In het najaar als de zon steeds lager staat en de dagen korter en killer worden is het heerlijk om de kachel of open haard aan te steken. Sinds jaar en dag geeft vuur ons een gevoel van saamhorigheid en gezelligheid. Tenminste, zolang het niet over brand gaat. Helaas neemt het aantal schoorsteenbranden de laatste jaren zorgwekkend toe. Waar gaat het mis? Wat moeten we doen, en vooral laten, om te voorkomen dat vuur overgaat in een vernietigende brand?
AllesbranderZelden is een naam zo misleidend als die van de allesbrander. Zouden we alles branden in de allesbrander, dan zijn we uiterst gevaarlijk bezig. En milieuonvriendelijk. Kranten, nat hout, spaanplaat, geverfd of geïmpregneerd hout: beter niet. Laat staan vloerbedekking, kunststof of rubber. Ze veroorzaken enorme luchtvervuiling, in de buitenlucht, maar ook in het stookvertrek en mogelijke problemen met omwonenden. Ook zorgt het stoken van dergelijke materialen voor een verhoogde kans op een schoorsteenbrand en snellere slijtage van het rookkanaal. Dit als gevolg van aanslag van onverbrande stoffen in het rookkanaal, het zogenaamde creosoot.
HoutDroog hout met een vochtigheidspercentage van 20% of minder is de beste brandstof. Het geeft meer warmte en is beter voor kachel, rookkanaal en gezondheid en minder milieubelastend. Stook niet als het windstil of mistig is. Het hout moet in ieder geval één jaar drogen op een overdekte, liefst wat winderige plaats. Twee jaar is beter. Eik, beuk, acacia, kastanje, populier, linde en berk leveren het beste stookhout. Hout van dennen en sparren is niet geschikt vanwege het hars in de houtblokken.
RookkanaalEr zijn verschillende typen rookkanalen. Het beste is een gemetseld, lekdicht en aan de binnenzijde glad afgewerkt rookkanaal. Dit heeft te maken met de goede brandwerende eigenschappen, lange levensduur en robuustheid.
Rookkanalen van keramische elementen horen een brandwerende omkokering te hebben. Keramische elementen zijn kwetsbaar, waardoor bij vegen problemen kunnen ontstaan. Rookkanalen van dubbelwandige roestvaste stalen elementen hebben een beperkte levensduur. Door de hoge temperaturen en bepaalde stoffen in het rookgas kan de roestvast stalen binnenmantel toch gaan roesten. In elk type rookkanaal kunnen problemen ontstaan. Laat daarom periodiek een schoorsteeninspectie uitvoeren. En laat een inspectie uitvoeren, voordat u voor het eerst gaat stoken in een ruimte met een rookkanaal. Met bijzondere aandacht voor een brandwerende doorvoer van het rookkanaal door tussenvloeren en daken.
VonkenvangerRietgedekte panden met open haard of houtkachel moeten voorzien zijn van een vonkenvanger. Denk hierbij ook aan rietgedekte panden in de naaste omgeving! Omdat een vonkenvanger de trek ongunstig beïnvloedt, moet de doorlaat (de openingen zonder het gaas) van de vonkenvanger minimaal drie keer groter zijn dan de doorlaat van het rookkanaal. De dikte van de draden in de vonkenvanger moeten minimaal 1 mm zijn en een maaswijdte van 8 mm is standaard in Nederland. Bovendien moeten de vanger en bevestigingsmaterialen roestbestendig zijn. Ook de gebruikte schroeven en bouten.
SchoorsteenvegerHet voldoet niet als u zelf de schoorsteen veegt. Een rookkanaal moet minstens eenmaal per jaar worden geveegd. Stookt u 3 à 4 keer per week, laat de schoorsteenveger dan vaker komen. Het is aan te bevelen om voor een bij de ASPB aangesloten schoorsteenveger te kiezen (
www.aspb.nl) Door het rookkanaal van boven naar beneden te vegen, kan meteen de vonkenvanger worden geïnspecteerd en gereinigd. Ook een vogelnest dat vanaf de grond niet goed te zien is, wordt zo opgemerkt.
Om een rookkanaal goed te kunnen vegen, moet het aan een aantal eisen voldoen:
- Geen vernauwingen, die het vegen moeilijk maken.
- Geen loze ruimten, die bij het vegen niet worden gereinigd.
- Bochten mogen een hoek hebben van maximaal 30 graden ten opzichte van de verticale as. Scherpere bochten bemoeilijken het vegen.
- Bij het vegen wordt vaak een zware kogel gebruikt. De binnenzijde van het rookkanaal mag daarom niet kwetsbaar zijn.